Elk komkommerseizoen is het raak: Landelijke media springen als bokken op de spreekwoordelijke haverkist wanneer er een raadsverslaggever wordt aangesteld. Dit jaar werd Oudewater ter verantwoording geroepen. Een raadsverslaggever is een aantasting van de journalistieke onafhankelijkheid, zo luidt de kritiek. Daar kun je wel wat kanttekeningen bij plaatsen. In dit blog een paar hele praktische argumenten waarom die raadsverslaggevers geen gek idee zijn.
In Oudewater stapte deze zomer een ervaren en onafhankelijke journalist op. Hij was de kritiek op zijn schrijfsels zat. Tegelijkertijd kondigde de raad aan dat ze een raadsverslaggever zou benoemen. Op kosten van de gemeente dus. Toevallige samenloop van omstandigheden of complot? Dat vertelt het verhaal niet. Maar de suggestie blijft wel hangen in de tv-reportage van de NOS.
Telkens weer is de teneur bij verhalen over de raadsverslaggever (hier bijvoorbeeld de reportage over Noordoostpolder uit 2016) dat zo’n door de gemeente betaalde raadsverslaggever niet onafhankelijk kan zijn. De boodschap is: schoenmaker blijf bij je leest. Een hakkelende burgemeester wordt daarbij dankbaar gebruikt als impliciet bewijs voor de kortzichtigheid van de gemeente. Er is een hoop over te zeggen (lees mijn uitgebreide analyse), maar hieronder een paar hele praktische argumenten waarom de verschraling van de onafhankelijkheid zo’n vaart niet loopt.
Gewoon je werk doen
Ten eerste is er geen enkele uitgever die gedwongen wordt de producten van de raadsverslaggevers te publiceren. Ze hebben de keuze om het bericht te plaatsen, te redigeren of te weigeren. De journalistieke onafhankelijkheid is dus niet in het geding, zolang journalisten hun werk maar doen.
Een goed en toegankelijk geschreven raadsverslag verlaagt de drempel om te publiceren, meer niet. Het biedt journalisten een stukje gemak. Ze kunnen sneller beoordelen of ze even de telefoon moeten pakken om nog wat aanvullende vraagjes te stellen.
De producten van een raadsverslaggever zijn in die zin dus niets anders dan persberichten. Als die goed geschreven zijn, nemen media die ook vaak dankbaar over. Maar desgewenst kan een journalist ook meer onderzoek doen. Dat past bij zijn taak. Hij controleert de bron van berichtgeving. Of het nu een telefonische tip, een persbericht of een raadsverslag is.
Raadsverslaggevers zijn makkelijk controleerbaar
Ten tweede heeft de journalist het in het geval van raadsverslaggeving helemaal gemakkelijk. Tachtig procent van de gemeenten zendt de raadsvergadering tegenwoordig uitvia het web. Zowel live als on-demand. Daarbij zijn alle stukken online op te vragen en is de agenda vooraf al bekend. Het is dus bijzonder lastig om onderwerpen ‘weg te moffelen’ of een andere draai aan de uitkomst van een beraad te geven.
Zelfreinigend vermogen
Tot slot zijn raadsverslagen precies dát. Verslagen van de raadsvergadering, de lokale politieke arena waar coalitie en oppositie elkaar treffen. Als een raadsverslaggever er een potje van maakt, zijn raadsleden er als de kippen bij om de raadsverslaggevers te corrigeren. Zo er al speelruimte is om berichten van de coalitie te ‘spinnnen’ dan blijft die beperkt, zolang de oppositie zijn werk doet. De raad heeft een ingebouwd zelfreinigend vermogen. Elk zichzelf respecterend oppositielid heeft het telefoonnummer van lokale media onder handbereik.
Probleem zit dieper
De raadsverslaggever is dus helemaal zo’n gek idee nog niet. Want een ding is zeker: de aandacht voor lokale politieke verschraalt. Dat lokale overheden zoeken naar wegen om aandacht te vragen voor het belangrijke werk van de gemeenteraad is alleen maar te prijzen. Dat media in hun ‘waakhond-reflex’ schieten is wel begrijpelijk, maar ook gemakzuchtig. Want het werkelijke probleem zit veel dieper, is veel complexer en wordt door de media sterk aangejaagd. Lees daarover mijn uitgebreide analyse.