Wie Jan Dirk Pruim googelt, komt een respectabel aantal vermeldingen tegen. Bovenaan staat zijn eigen blog ‘Pruimpraat’, met lezenswaardige essays over het griffiersvak, democratie en het raadswerk. Maar Pruim’s naam verschijnt ook in heel wat interviews, berichten en publicaties. Hij is een opvallend zichtbare griffier. Sterallures heeft hij niet, in tegendeel. Pruim is bescheiden en heeft er geen problemen mee om zijn eigen falen te benoemen. Bovenal is hij een voorvechter van de vertegenwoordigende democratie. Ook al was de dualisering in 2002 wat hem betreft niet nodig, hij zet zich met hart en ziel in om de raad ‘in positie’ te krijgen. En daar is hij nog niet klaar mee.
Zijn liefde voor de democratie is gegroeid tijdens zijn loopbaan. Al vroeg in zijn carrière ontdekt Jan Dirk dat hij mensen wil helpen om met het veelkoppig monster dat de overheid soms is, om te gaan. Daarbij is hij ook ambitieus. Hij wil bewijzen dat ambtenaren prima in staat zijn om professioneel te werken. Dat ze net zo goed dienstverlenend en klantgericht kunnen zijn, als marktpartijen. Tegelijk wil hij duidelijk maken dat de gemeente geen koekjesfabriek is. Het uitbesteden van allerlei diensten omdat ‘de markt’ het beter zou kunnen, stuit hem tegen de borst. Hij is overtuigd van de meerwaarde van de verbinding tussen de uitvoering en bestuur.
Plichten
“Democratie is rommelig en imperfect. Het is niet efficiënt. Juist al die verschillende mensen met al die verschillende meningen die met elkaar in zo’n raadzaal proberen het eens te worden, is enorm waardevol. Alleen; democratie moet je leren. We hebben de democratie blijkbaar zo goed gemaakt dat iedereen het als recht beschouwd. Maar een democratie brengt ook plichten met zich mee.
Scholen spelen daarin een belangrijke rol. We hebben in ons land 350 prachtige raads- en statenzalen, begin eens om alle scholieren daar te ontvangen. Dat is efficiënter, goedkoper en duurzamer dan ze naar de Tweede Kamer te halen.”
Notie kwijt
“Het gaat erom dat mensen een basaal begrip krijgen van waar democratie om gaat. Zelfs bínnen de gemeenten zijn heel veel mensen die notie kwijt. Wij ambtenaren werken voor drie bestuursorganen: de Raad, het College en de Burgemeester. Deze instituten zijn van waarde voor de kwaliteit van de democratie en dus voor de kwaliteit van de samenleving.
Er wordt, zeer ten onrechte, nog wel eens denigrerend gesproken over de mensen in de uitvoering bij bijvoorbeeld de groenvoorziening of de reiniging. Dat is tegenwoordig allemaal uitbesteed, maar ik vraag me af of dat winst is. Uit eigen ervaring weet ik hoe het verschil juist in de kleine dingen zit.”
Hondendrollen
“Als gemeentesecretaris ging ik eens per jaar mee op ronde. Achteraf bezien veel te weinig, maar goed … Natuurlijk kreeg ik dan het plantsoen met de meeste hondendrollen. Dan wist ik weer hoe ineffectief ons beleid was. Elk jaar nam de groenploeg mij mee naar een oude dame die kind nog kraai had. Ze keek altijd uit naar onze komst. De jongens ruimden vaak nog even iets op in haar tuin. En zij vertelde over het wel en wee in de straat. Die combinatie vormde de ogen en oren van de gemeente.
We moeten blijven werken aan het besef dat we niet werken voor een schroevenfabriek. Je bent niet klaar als je volgens contract veertig straten veegt. Wanneer je iets ziet gebeuren dat de stad in diskrediet brengt, moet je dat kunnen doorgeven aan een collega-ambtenaar die dat weer verder brengt in de organisatie. Daar is de democratie mee gediend. Die waarde is te gemakkelijk genegeerd, wat mij betreft. Je ziet overigens deze functie gelukkig wel terugkomen met allerlei vormen van wijkteams.”
Doorstampen
“Dat geldt in het klein, maar ook in het groot. Als collega’s of bestuurders hier komen met een ‘voorstel over een belangrijk project’ en ze willen ‘zonder gezeur doorstampen’, dan zeg ik…
…lees wat Jan Dirk Pruim hierover zegt in de pdf.
Who’s next?
Welke griffier wil jij hier graag geportretteerd zien?